Wageningen: Stad van Bevrijding en Life Sciences

wageningen citymarketing city of life sciences

Wageningen actief promoten als ‘City of Life Sciences’. Daarmee wil het college van burgemeester en wethouders de komende jaren haar economisch en acquisitiebeleid blijven ondersteunen. Voor dat doel heeft het college een strategisch plan opgesteld: “Citymarketing, Focus op samenwerking”. Daarin is vastgesteld dat de gemeente de trekker van het promotiebeleid blijft, maar bij de uitvoering zoveel mogelijk samenwerking zoekt met andere partijen om de promotieactiviteiten op elkaar af te stemmen.

Naast de mogelijke samenwerking met partijen als WUR, Food Valley, KvK, WOC, VVV en binnenstadmanagement, gaat de gemeente de komende tijd diverse promotiemiddelen inzetten, bijvoorbeeld: promotievlaggen, bannieren, spandoeken en een promotietrailer. Tevens geeft de gemeente een algemene pr-brochure uit en bekijkt ze de mogelijkheden van een relatiemagazine gericht op bedrijven en instellingen in de life sciences sector.

Voor lokale kunstenaars wil het college een wedstrijd uitschrijven om een ontwerp te maken voor een kunstwerk met het thema City of Life Sciences. Het ontwerp dat gekozen wordt, zal de basis zijn voor een aan te schaffen relatiegeschenk. Om ook de Wageningers bij het thema �City of Life Sciences te betrekken, wordt voor hen een speciale campagne ontwikkeld. Bij de invalswegen worden digitale informatieborden geplaatst om een zakelijke uitstraling te creëren en zichtbaar te maken wat Wageningen onder meer op het gebied van City of life Sciences te bieden heeft.

Naast de profilering als City of Life Sciences, profileert de gemeente zich als Stad der Bevrijding. Afhankelijk van het moment, activiteit en doelgroep wordt voor een van beide thema’s gekozen. Om eenduidigheid uit te stralen is binnen de huisstijl één ontwerp gemaakt voor beide thema’s, zodat er sprake is van ‘eenheid in verscheidenheid’.

Wageningen citymarketing stad der bevrijding

Citymarketing: Breda als mooi meisje

expeditie breda

Wat is Breda? In de ogen van de bewoners een veelzijdige woonstad, ook al is het steeds moeilijker om aan een ‘bereikbare’ woning te komen. Verder is Breda nadrukkelijk een ‘winkelstad’, met een fijnmazig netwerk van winkels door heel de stad. Ook is Breda een stadwaar het onderwijs in hoog aanzien staat, terwijl het groene karakter van Breda veel bewoners een prettig gevoel geeft.

Voordat het project ‘Expeditie Breda’ van start ging, zijn de opstellers eerst eens gaan onderzoeken waarmee Breda zich kan profileren. De vraag: ‘Wat is Breda?’ werd daarbij nadrukkelijk gesteld. Met alle resultaten op een rijtje valt het op dat de Bredanaar nog steeds zijn betrekkelijk kleinschalige provinciestad koestert. Want waar een prettig woonklimaat in een groene omgeving met een menselijke maat hoog scoort, komt bij de bevolking niet automatisch de gedachte aan de oppervlakte dat Breda ook nog een ‘internationale’ of ‘ondernemende’ stad zou zijn.

“Opvallend is dat ‘internationale stad’ niet expliciet wordt herkend en erkend als onderdeel van de Bredase identiteit”, staat in ‘Expeditie Breda’.

Daar blijft het niet bij. “Breda als ‘ondernemende stad’ komt bij de meeste respondenten niet spontaan op als onderscheidende kwaliteit”, zo blijkt.

Niks mis mee, zegt wethouder Andr� Adank van Economische Zaken. Wat hem betreft hoeft Breda helemaal geen wereldstad te worden. Integendeel, het kleinschalige dat Breda uitstraalt is wat hem betreft juist bijzonder aantrekkelijk voor investeerders. “Hou het kleinschalig, behapbaar. De menselijke maat, die telt. We kunnen de halve wereld wel binnenhalen, maar we zijn niet goed bezig wanneer we de bestaande kwaliteit niet in stand houden of verbeteren”, zegt Adank.

De truc is om het beeld van Breda, zoals het nu bestaat, te gebruiken om de stad te verkopen. Citymarketing heet dat.

“We zijn tot nu toe nooit zo sterk geweest in het verkopen van de stad”, geeft Adank toe. Als het dan toch om beeldvorming gaat: Breda is altijd een mooi meisje geweest en heeft dat ook altijd wel geweten, maar er mee te koop lopen… Nee, dat deed ze niet. Dus liepen sommige leuke jongens door.

Die tijd is voorbij, als het aan het stadsbestuur ligt. Vorig jaar werd besloten om Breda weg te zetten als ‘product’, als ‘merk’. De belangrijkste karaktertrek van dat ‘product’ is het goede gevoel dat de stad zou uitstralen: Bourgondisch, gezellig, maar ook creatief en modern.

“Breda is een goed bewaard geheim dat ontdekt moet worden. Maar dat moet wel zorgvuldig gebeuren”, zei burgemeester Peter van der Velden in september 2006.

‘Expeditie Breda’ heeft dat idee uitgediept en heeft nu ook de doelgroepen gevonden die voor de stad het meest interessant zijn om te benaderen. Breda richt zich op jongeren, jonge gezinnen en vitale senioren als ideale woonplaats, terwijl funshoppers, Europese stedentrippers en jongeren die evenementen afstruinen gezien worden als d� binnen te halen ‘nieuwe klanten’.

Vanuit economisch oogpunt zijn vooral de kennis- en creatieve industrie, logistieke dienstverlening en hospitality (horeca en aanverwante bedrijfstakken) interessant om te benaderen.

Terwijl al die doelgroepen op de korrel worden genomen, is het ook de kunst om de stad leuk en gezellig te houden. Daarvoor is geld nodig en dat is te halen op drie plaatsen: Den Bosch, Den Haag en Brussel.

Adank is gefascineerd door de geldpotten van deze subsidiegevers. “Er is winst te halen. Zo heeft het samenwerkingsverband Brabantstad, waar Breda deel van uitmaakt, honderden miljoenen euro’s te verdelen. Bij de provincie is zo’n 80 tot 90 miljoen te halen. In Brussel bevatten de ‘structuurfondsen’ waaruit we kunnen putten ongeveer 168 miljoen euro. Al dat geld gaan we aan elkaar verbinden. We gaan met geld geld maken”, verwacht de wethouder.

Om Breda nadrukkelijker op de kaart te zetten wil de gemeente binnenkort een eigen lobbyist aan het werk zetten bij de Europese Unie in Brussel.

Adank wijst er op dat alle inspanningen er toe moeten leiden dat de kwaliteit van Breda voor de toekomst behouden blijft. Dat is geen beleid, dat is een missie, zo staat in ‘Expeditie Breda’.

De resultaten zijn pas over tien, twintig jaar bekend. Dan kan de bewoners van de stad weer gevraagd worden: ‘Wat is Breda?’

Bron: BN/De Stem

Citymarketing en sport: gaan voor goud!

olympic games citymarketing

Programma boven team boven individu: dat was de inzet waarmee Joop Alberda zijn volleybalploeg naar de gouden medaille kreeg. Dit is een les die ook voor steden geldt.

Citymarketing

In een wereld waarin de mobiliteit van mensen en bedrijven nog steeds toeneemt, is het voor steden moeilijker om zich staande te houden. Citymarketing is een manier van denken over de stad die daarbij kan helpen. Het richt zich op het behouden en aantrekken van bewoners, bedrijven en bezoekers. Het hoofddoel van citymarketing is de toekomstige welvaart en welzijn van een stad te bevorderen.

Sport
‘Sport verbroedert’ en ‘Sport emancipeert’: Sportverenigingen kunnen een belangrijke rol spelen in de integratie en emancipatie van nieuwkomers in Nederland. Het beoefenen van sport is een manier om mensen met elkaar in contact te brengen, gezond bezig te zijn en te leren om doelen te stellen.’Sport profileert’: De grote steden willen allemaal goed scoren met topsport. Ze zetten zich daarmee op de kaart en stimuleren de deelname aan sport in de stad. Olympische kampioenen en teams worden door de gemeenten ingehaald, en de successen worden gevierd.

Wat speelt zich recent af met ‘sport en citymarketing’?

De Sport
De sport heeft trekken van een bedrijfstak. Er zijn veel professionals in de sport die hun inkomsten uit de sport zelf halen. Dit terwijl sport ooit een recreatieve bezigheid was en ook nog steeds moet zijn. Er zijn dus professionele sporters, maar ook zijn er professionele organisaties van sportclubs, organisatoren van sportevenementen en zelfs sportmarketingbureaus. De sport heeft iets waar veel organisaties zich graag mee afficheren, het gaat dan om waarden als samenwerken, resultaatgerichtheid, succes, gaan voor goud. De sportsponsoring groeit nog steeds, de bedragen die bedrijven willen stoppen in exposure en associatie met de sport groeien.

De Stad
Grote sportevenementen met veel publiciteit kunnen helpen om een stad zichtbaar te maken. Dat heeft een effect op de naamsbekendheid van de stad en hopelijk ook op de aantrekkingskracht voor bewoners, bezoekers en bedrijven. Een direct effect is uiteraard dat mensen het sportevenement bezoeken en dus kennismaken met de stad die gastheer is. Sport heeft voor een stad ook een sterk sociale betekenis waarbij sporters als voorbeeld kunnen dienen voor wat je kunt bereiken met talent, wilskracht en doorzettingsvermogen.

De Merken
Een merk is een set van associaties in het hoofd van de consument. Een sterk merk heeft ook een specifieke waarde en betekenis. Het kan voor een onbekender merk nuttig zijn om zich te verbinden aan een bekender merk, of aan een merk met een specifieke merkwaarde. Soms ook proberen toppers met elkaar een nieuwe combinatie uit, zoals Nike die met Apple een schoen ontwierp waar de Ipod in functioneert.Al vele jaren worden sportclubs als merk neergezet. De supporters van voetbalclubs kopen merchandising in speciale clubshops en de rechten op het maken van clubkleding worden door de club verhandeld in licenties. Ook individuele sporters fungeren als merk en worden ingezet voor de verkoop van schoeisel, goede doelen of zelfs als gezicht voor een bank zoals Fatima Moreiro de Melo voor de Rabobank. Sporters met een bewezen sterkte hebben zelfs een eigen foundation die projecten opzet: zoals Johan Cruyff en Richard Krajicek. Ook grote sportevenementen fungeren als merk waar steden zich graag aan verbinden. De evenementen
Op dit moment zijn er veel evenementen waar in Nederland aan getrokken wordt: De Tour De France 2010, de Giro 2010, WK Voetbal 2018 en de Olympische Spelen 2028. Er is dus veel ambitie om grote evenementen naar Nederland te halen en soms is er ook competitie tussen de steden. Ten aanzien van de Olympische Spelen is er nu een uitspraak van Minister Verhoeven van Economische Zaken dat de spelen een grote economische uitstraling hebben op het organiserende land en ze zou het ‘schitterend’ vinden als de Spelen 100 jaar na Amsterdam in 2028 weer naar Nederland komen. De minister heeft 400.000 Euro ter beschikking gesteld voor een haalbaarheidsonderzoek. De kandidatuur voor het WK Voetbal van 2018 hoeft pas in 2009 te worden ingediend maar wordt nu reeds beproefd bij de Fifa door een gezamenlijke actie van België en Nederland. De beide regeringen zijn alvast ‘zeer enthousiast’.

Maken van keuzes met citymarketing en sport
Wat moet een stad zich afvragen voordat het een sportevenement wil adopteren uit het oogpunt van citymarketing?
1. De markt.
Allereerst moet de stad zich afvragen hoe het staat met de markt. Waar ligt de grootste uitdaging: aantrekken van nieuwe bewoners, bedrijven of bezoekers? Wat zijn de concurrenten en hoe wijkt de stad daarvan af?
2. Positionering.
Waar staat de stad voor? Wat is de gewenste positionering? Er is nogal wat verschil tussen ‘Eindhoven, leading in technology’, ‘Wageningen,city of life science’ of ‘The Hague, City of Justice and peace’. Elke stad wil natuurlijk iets met sport, voor de eigen inwoners en om te laten zien dat ze een aantrekkelijke stad zijn. Een echte sportstad ontbreekt. Almere heeft het wel eens geopperd in de combinatie van Omniworld en een nieuwe professionele voetbalclub.
3. De Marketing Mix.
De traditionele marketing mix bestaat uit product, prijs, plaats en promotie. Elke stad heeft een instrumentarium om haar product, het aanbod voor wonen, werken en recre�ren, vorm te geven. Dit is natuurlijk niet snel te be�nvloeden. Ook het ontwikkelen van een nieuw stadion (recent in Alkmaar en Den Haag) of het stichten van een nieuwe professionele sportclub neemt veel tijd in beslag en succes in het positief positioneren van de stad is niet op voorhand vast te stellen. Almere heeft niet gekozen voor een nieuwe professionele voetbalclub, maar wel voor het optimaal ondersteunen van Omniworld volleybal en basketbal. En Wageningen heeft nog geen herstart gemaakt met haar stadion en voetbalclub. Promotie is het instrument dat veel gehanteerd wordt om citymarketing te starten. Het is het snelst uit te werken en lijkt het minst kostbaar. Communicatie en stadspromotie passen hierbij. Kijk maar eens naar de aandacht die er is voor logo en beeldmerk van steden. Zoals Amsterdam dat zich professioneel en uitgebreid presenteert met ‘I Amsterdam’, maar ook Den Haag met haar Anton Corbijn kunstvlag. De vraag is vaak wel of deze uitingen goed aansluiten op de marketing van de stad, passen ze bij de doelstellingen die de stad zich stelt en bij de doelgroepen die ze willen aanspreken? Maar naast logo en beeldmerk en communicatie in folders en websites zijn er andere mogelijkheden om het aanbod van een stad te promoten: Evenementen, cultureel en sportief. Daar is ook wel wat voor te zeggen: Op korte termijn is het imago van een stad het sterkst te beïnvloeden door nieuwe gebouwen en evenementen. Dit blijkt uit onderzoeken van Universiteit Groningen.

Lessons learned: Utrecht
De 2000 jaar oude stad Utrecht had het moeilijk zo rond 2003. Het aantal arbeidsplaatsen was dalend terwijl Utrecht een grote groeidoelstelling heeft en zeer ambitieuze projecten met Leidsche Rijn en het Stationsgebied. Dat is het moment dat ik als coördinator stadspromotie ben gestart met zoeken van verbinding tussen gemeente, Utrechtse bedrijven en onderwijsinstellingen. Uit onderzoeken bleek dat het aanbod van Utrecht op alle fronten heel goed, breed en diep is: Utrecht was een gewilde stad om er te studeren, te wonen en te werken, maar onvoldoende bekend. Stadpromotie moest een sterke nadruk leggen op het goede aanbod met gebruik van de slogan ‘Je vindt ’t pas echt in Utrecht’.Een van de andere stadspromotie activiteiten die is opgepakt door de gemeente en haar partners is de opzet van een meerjarige evenementenkalender. Het doel hiervan is ambitieus: Utrecht als Europese culturele hoofdstad in 2018, met een belangrijke tussenstap, de herdenking van de Vrede van Utrecht in 2013. Elk jaar is er een speciaal thema. De eerste mijlpaal is gesteld in 2004 met het 750 jarig bestaan van de Domkerk. Het jubileum van de Domkerk is aangegrepen om er een groot stadsbreed feest van te maken. Iets dat zou bijdragen aan trots van Utrechtse bewoners en bedrijven en aantrekkingskracht kon hebben op mensen van buiten Utrecht. Utrechtse bedrijven waren bereid om te investeren. Het initiële budget van de gemeente werd vermenigvuldigd. Utrechtse culturele initiatieven kwamen tot grote hoogte. Zelfs het door een tornado in 1674 ingestorte schip van de Domkerk kon tijdelijk herrijzen met 30.000 steigerpijpen: ‘Terug van weggewaaid’.

FIFA WK Jeugd
Andere onderdelen op de meerjarige agenda van Utrecht waren niet alleen cultureel van aard, maar zeker ook sportief. Voor 2005 werd de aanleiding gevonden door het binnenhalen van het FIFA WK jeugd onder 20 en de Eurogames. Utrecht was de finaleplaats van de vijf Nederlandse steden dit waar het Fifa toernooi plaatsvond. En er werd als side event een programma georganiseerd onder de naam U-play om jongeren en scholen in stad en regio Utrecht te betrekken. Schoolvoetbaltoernooien, culturele evenementen en een speciaal ingericht ‘Utrecht Village’ naast het stadion waren onderdeel van Uplay. Het WK Jeugd was zeer succesvol en werd wereldwijd goed bekeken. Jonge topvoetballers zorgden voor spectaculaire wedstrijden.Het bleek wel heel lastig om er ook een echt Utrechts evenement van te maken. Eigenlijk ben je als stad een faciliteit ten behoeve van het toernooi, je bent als stad niet leading in de organisatie en communicatie van het event. Bij een dergelijk wereld event zijn de regels van de organiserende partij, zoals de Fifa, zeer dwingend. Hierdoor kunnen plaatselijke partners moeilijker een rol nemen en zichtbaar worden. Alle sponsoring in het stadion is onder controle van de Fifa, en activiteiten kun je slechts in de rand organiseren.Er waren destijd drie doelen met het binnenhalen van de WK Jeugd: regio- en stadspromotie, sportstimulering en samenwerking van regionale partners. Een evaluatie in november 2005 toonde aan dat er een uniek en aansprekend evenement is geweest dat stad en in mindere mate de regio Utrecht op de kaart heeft gezet. Bezoekers waren zeer tevreden, er was veel media coverage. De omvang van het evenement, het internationale karakter en het voetbal zelf waren zeer aantrekkelijk. Toch was er vanuit stadspromotie gezien minder aanwezigheid van het evenement in de stad, het speelde zich grotendeels af in en naast het stadion. Het was minder een stadsfeest dan 750 jaar Domkerk, en het was meer een evenement dat neerstreek in Utrecht in plaats van een evenement ván de stad.

Tour de France
Een particulier initiatief van Jeroen Wielaert en de stichting ‘Tour sous le Dom’ is opgenomen door de partners in stadspromotie Utrecht. De Tour de France is natuurlijk niet typisch Utrecht, maar past wel heel goed bij het historische karakter van de stad Utrecht, de fraaie afwisselende fietsomgeving op de Utrechtse Heuvelrug en de fietshistorie en fietsverenigingen in Utrecht en Midden Nederland. De Tour is bij uitstek een evenement dat een stad letterlijk en figuurlijk in beeld brengt, en lijkt dus zeer geschikt voor stadspromotie. Het staat ook garant voor een week van feest in de stad. Ecorys verrichtte onlang een onderzoek waarvan de uitkomst is dat er 13 tot 22 miljoen te verdienen is aan de komst van een Tourstart. De kandidaatstelling van Utrecht was ongeveer tegelijk met die van Rotterdam, waarbij Utrecht als Nederlandse kandidaatstad de voorkeur kreeg van de KNWU en daarmee ook van het kabinet. Jan Janssen, de Tourwinnaar van 1968, werd de ambassadeur van Utrecht en deed vele deuren opengaan. De professionaliteit van de gemeente en haar partners droeg zorg voor een visueel zeer aantrekkelijke route die ook veiligheidstechnisch aan alle eisen voldeed. Het bidbook dat we in 2004 presenteerden was de basis voor de verbinding tussen de sterke punten van stad en regio Utrecht en een aantrekkelijke route voor een Proloog rond de Dom en een Grand Départ. De ASO beslist over de startplaats van de Tour, en die let niet alleen op de aantrekkelijkheid en veiligheid van de route, maar zeker ook of de organiserende stad past bij het karakter van de Tour. Dus liefst een wat historische setting met mooie plaatjes. En ook van belang is dat het initiatief wordt gesteund door de bevolking. Dat zit inmiddels wel goed, er is nu ook een ‘businesspeloton’ van bedrijven, en stad en provincie trekken samen op. Nu nog een positief besluit vanuit Frankrijk. Er is nog steeds wel rivaliteit met Rotterdam dat zich ook in Frankrijk blijft presenteren als kandidaat. Anders dan met grote evenementen die als merk neerstrijken, is het ook mogelijk om juist op eigen kracht een evenement organiseren. Het voorbeeld daarvan was 750 jaar Domkerk. Maar ook de 7e hemel, het thema van 2006 door de gezamenlijke Utrechtse musea en de al jarenlang verrassende Culturele Zondagen. Utrecht werd dan ook in 2007 verkozen tot evenementenstad van het jaar.

Conclusie:Bezint eer ge begint. Stel duidelijke doelen als stad en stel duidelijke doelen aan het evenement dat daarbij moet passen. Bepaal waar het sportevenement aan moet voldoen, is dat bijvoorbeeld het werken aan naamsbekendheid, het samenwerken en meedoen aan een feest in de stad, het bevorderen van de sport? Voor steden geldt net als voor de volleybalploeg van Joop Alberda: programma boven team boven individu.

Dit artikel is in aangepaste vorm gepubliceerd in ‘Sport en Strategie’.

Volkskrant Magazine:Citymarketing is meer dan een slagzin

Leidsche Rijn locatiemarketing

Blob heet hij, het sponzige figuurtje in een computerspel dat zich afspeelt in het toekomstige gerenoveerde Utrechtse stationsgebied. Hij zuigt verf op uit de grachten en rollend door de stad kleurt hij allerlei panden vrolijk roze, blauw en groen. Het verven van prestigieuze nieuwbouwprojecten als het Muziekpaleis en de OV-terminal levert de gamer extra bonuspunten op. Een vijand is er vanzelfsprekend ook: de I.N.K.T-politie, die erop uit is om Blob zwart te maken en alle kleur uit de omgeving te verbannen. Pas als die verslagen is, kan het sponsmannetje verder met zijn nobele taak.

Blob is niet zomaar een stripfiguurtje, Blob is een citymarketinginstrument. Hij is in opdracht van de gemeente bedacht door studenten van de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten, die daarvoor een eigen lokaal met computers tot hun beschikking kregen. Het nieuwe stationsgebied – nu nog een bouwput waar de gemiddelde Utrechter vloekend omheen fietst – moet gaan leven in de stad. Een computerspel dat de gamer urenlang in zijn greep houdt en omstreden gebouwen fraai in beeld brengt, kan daarbij helpen, moet de gedachte zijn geweest.

Een uitstekende gedachte, vindt Ward Rennen, adviseur citymarketing bij Berenschot Communicatie. De tijd is voorbij dat een leuke slogan en een pakkend promotiepraatje volstonden om van een stad een sterk merk te maken. Websites, games, urban screens, televisie in mobiele telefoons: de hele rits aan moderne communicatiemiddelen dient te worden ingezet om verschillende doelgroepen van de boodschap te doordringen.

Rennen promoveerde eind september op de impact van evenementen op het imago van grote steden. Waarom hebben de Olympische Spelen veel meer voor Barcelona (1992) betekend dan voor Athene (2005)? Waaraan ligt het dat Helsinki (2000) de status van Culturele Hoofdstad van Europa veel beter heeft uitgebuit dan Amsterdam (1987)? Hoe doe je dat eigenlijk, een stad goed verkopen? Aan de Universiteit van Amsterdam hield hij zich er jarenlang mee bezig.

Rennen: ‘Citymarketing is big business geworden, zeker in Nederland. In Europa is het alleen in Engeland groter. Den Haag spendeert 8 miljoen euro per jaar om zich als internationale stad van ‘recht, vrede en veiligheid’ te profileren. Amsterdam brengt samen met het bedrijfsleven 2 miljoen euro op voor het imago van de stad. Maar ook kleinere gemeentes als Katwijk en Noordwijkerhout ontwikkelen campagnes om zich beter op de kaart te zetten.’

En als er geld kan worden verdiend aan productpromotie, zijn reclame- en marketingmensen er als de kippen bij. Reclamebureau Slagbijalmelo maakt net zo makkelijk reclame voor Encebe Vleeswaren als voor Twente, wat resulteerde in een tv-commercial met een mevrouw die dromerig de hals van een wit paard streelt in een landelijke setting van grazige weiden. ‘Twente jezelf’ luidt de slagzin die hoger opgeleide Randstedelingen naar de regio moet lokken, waarbij Twente dient te worden opgevat als een werkwoord dat zoveel als ‘verwennen’ betekent. De merkendeskundigen van de Positioneringsgroep werken zowel voor Sanex en Campina als voor de gemeenten Dordrecht en Tilburg. En Dick de Jong van locatiemarketingbureau Brandaris (Gouda, Utrecht, Leidsche Rijn) leerde het vak bij Unilever, waar hij Ola-ijs en diepvriesmaaltijden aan de man bracht. De Jong: ‘Als je ijs kunt verkopen, kun je ook een Vinex-wijk verkopen. Het gaat om het opbouwen van een merk.’

De Jong was erbij toen Pretpark Nederland in premiere ging, de film van Michiel van Erp waarin een hilarisch beeld wordt geschetst van het beroep van citymarketeer. ‘Zoom in op Zutphen’ was de kreet die de dynamische stadspromotor Wilco de Jong – zijn bureau MarketingMoments doet ook Leeuwarden en de Veluwe – voortdurend voor het voetlicht bracht. Een evenement bedacht hij ook: een chocoladefestival. Niet per se typerend voor Zutphen, maar de plaatselijke middenstand wist er wel raad mee. In de scene waarin de burgemeester voorzichtig een andere leus oppert – ‘Zutphen. Ideaal voor fijnproevers’ – knikt hij quasi-welwillend, om vervolgens hardnekkig zijn eigen slogan te herhalen.
Met ‘plaatsvervangende schaamte’ zag collega Dick de Jong van Brandaris het aan. ‘Hij verstaat zijn vak, maar het komt allemaal zo kneuterig over.’

Ook Ward Rennen meent dat die film het vak een verkeerd imago heeft bezorgd. ‘Redelijk pijnlijk’, vond hij het. ‘Het grote publiek denkt nu dat het bij citymarketing draait om slogans. Maar dat is juist het laatste wat je moet bedenken. Het gaat om de inhoud, om wat je te bieden hebt als stad.’

Er staan grote belangen op het spel, zegt Rennen. Het toerisme bevorderen is één ding, maar een goed imago bindt vooral ook grote bedrijven en kapitaalkrachtige bewoners aan een stad. Citymarketing bestaat al sinds de 19e eeuw, maar het is nog nooit zo belangrijk geweest als nu om de concurrentiepositie van je stad te bewaken. Door de globalisering kunnen bedrijven zich overal ter wereld vestigen. Ze strijken net zo makkelijk neer in Tokio of Frankfurt als in Nederland. Het is niet voor niets dat steden zich het vuur uit de sloffen lopen om de hoofdkantoren van MTV, Mexx of AkzoNobel binnen te halen. Zulke bedrijven trekken jonge, creatieve en met name koopkrachtige werknemers aan. Zonder die bevolkingsgroepen raakt een stad financieel en cultureel in het slop. Voorzieningen verdwijnen, er ontstaan probleemwijken. En zie dat nog maar eens recht te trekken.

Helemaal mee eens, zeggen ze in Venlo, waar wethouder Peter Frey en projectleider Bareld Rebbers serieus werk maken van de marketing van de stad. Over ‘de inhoudelijkheid van het concept’ willen ze niet teveel kwijt, want de plannen moeten nog naar de gemeenteraad en draagvlak is nu eenmaal een precair ding. Maar één ding is duidelijk: met het product Venlo zit het wel snor. Groenste stad van Nederland (2002) en Europa (2003). Een binnenkort geheel vernieuwd stadshart. De unieke ligging aan de Maas. Logistieke hot spot van de regio. Een florerende economie, volop winkel- en leisureactiviteiten en grote bedrijven als Océ en ScheutenSolar die om vers, hoogopgeleid personeel staan te springen.

Rebbels: ‘Voor veel mensen van boven de rivieren is Venlo de stad waar je langs rijdt als je gaat skiën. We hebben niet zo zeer een slecht imago, we hebben geen imago.’ De associatie met verloedering door Duitse junks wijst hij van de hand: dat probleem is overwonnen, de voormalige drugswijk is nu een broedplaats van cultuur. Stralend: ‘Van eng spannend is die buurt léuk spannend geworden.’

Op alle fronten aantrekkelijk dus, Venlo, alleen moet dat nog worden gecommuniceerd. Frey: ;’We hebben niet een duur extern bureau ingehuurd met de opdracht: verzin eens een leuke imagocampagne. Die komen dan met een slogan en een beeldmerk en daarna zijn ze weer vertrokken. We willen draagvlak van onderuit.’ Vandaar dat hij een stuurgroep op de been bracht van 18 prominente Venlonaren – mensen uit het bedrijfsleven, het onderwijs, lokale organisaties – die allemaal trots zijn op hun woonplaats. Er werd flink gebrainstormd over de positionering van de stad. Green innovation kwam voorbij – Venlo ligt in een vooruitstrevend agrarisch gebied – maar dat werd te kil, te technisch bevonden. Frey: ‘Het gaat om mensen, warmte, gevoel.’ Venlo, de Duitste stad van Nederland – ook niet goed, want veel te cryptisch. Maar bij het voorlopig credo ‘samen omarmen we de toekomst’ dacht Frey: ha, nú hebben we beet. ‘Daar zit alles in. Het gaat om de toekomst. En we moeten er samen aan werken om dat op een warme manier waar te maken.’

Belangrijk voor de toekomst van Venlo is de Floriade, het gigantische land-en tuinbouwevenement dat in 2012 een stroom van internationale bezoekers naar de stad zal trekken. Voor die tijd moet alles rond zijn: niet alleen de klinkende citymarketingcampagne, maar ook de hele stadsvernieuwing, een architectonisch spectaculair gebouw over de A67 – Frey: ‘Hier moet letterlijk de toegangspoort tot Nederland verrijzen’ – het liefst ook nog een nieuw museum en een bedrijvenpark dat qua duurzaamheid vooroploopt in Europa. In 2012 zullen de ogen van de halve wereld op Venlo gericht zijn – de stad wil het dan wel waar kunnen maken.

Evenementen, zegt citymarketeer Dick de Jong, zijn van onschatbare waarde voor het imago van een stad. Zelf stond hij aan de wieg van ‘750 jaar Domkerk’, in 2004 groots herdacht om Utrecht een impuls te geven. ‘We werkten aan de ‘Je vindt het pas echt in Utrecht-campagne’ toen het jubileum van de Domkerk eraan bleek te komen. Dáár moeten we iets mee doen, dachten we toen. De Dom is hét symbool van Utrecht.’ Het in 1674 door een storm weggeslagen middenschip van de kerk werd met steigers herbouwd. Eromheen werden tentoonstellingen en een grote theaterproductie georganiseerd. De Jong: Balkenende is zelfs komen kijken” – en met hem 70.000 andere belangstellenden. Utrecht heeft een meerjarige evenementenagenda. Nu werkt de stad er hard aan om de start van de Tour de France binnen te halen – net als Rotterdam, overigens.

Bron: Evelien van Veen, Volkskrant Magazine

Holland Art Cities: promotie musea

Geld en bankmuseum holland art cities

Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht willen gezamenlijk de promotie van hun verschillende musea gaan doen. ,,Doel is in de periode 2009-2010 zo’n 200.000 extra buitenlandse bezoekers te trekken”, aldus een woordvoerder van de gemeente Den Haag.

Een en ander gaat plaatshebben onder de noemer Holland Art Cities. Het is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aanleiding zijn onder meer de heropening van het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Bestuursvoorzitter van Holland Art Cities is Bernard Wientjes van VNO-NCW. Daarnaast zullen museumdirecteuren, vertegenwoordigers van de steden, een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en van het Nederlands Bureau voor het Toerisme en Congressen deel uit maken van het bestuur.
In de stad Utrecht hebben de musea al goede ervaring opgedaan met gezamenlijke promotie, o.a. met de marketing van het Museumkwartier en de organisatie van het evenement ‘De 7e Hemel’.

bron: ANP

Rock my religion-Odapark Venray

rockmyreligion venray citymarketing

Het Odapark in Venray presenteert van september 2007 tot en met januari 2008 een kunstmanifestatie onder de titel ‘Rock my religion’. Het bestaat uit vier onderdelen waaronder een voetttocht naar plekken van devotie in de gemeente Venray: Een verrassende voettocht, over gewijde grond van voormalige kloosters, die sinds de jaren vijftig bebouwd zijn met nieuwbouwwijken. Op tal van plekken in deze wijken is nog religieus erfgoed zichtbaar. Kunstenaars werden uitgedaagd concepten te bedenken op zoek naar de ziel tussen cultureel erfgoed en deze hedendaagse bebouwing. De hedendaagse kunst probeert deze alledaagse plekken een nieuwe lading te geven.De wandeling, die een kleine twee uur duurt, is uitgezet door de Amsterdamse beeldend kunstenaar Adriaan Nette en loopt van Oda naar Anna; vanuit het Theehuis, dat centraal gelegen is in de beeldentuin van het Odapark gaat de tocht door nieuwbouwwijken naar de psychiatrische kliniek St. Anna.

bron: www.odapark.nl

CityEvents zorgen voor opleuken van stedelijke omgeving

bejing olympische spelen citymarketing

De marketing van steden zal steeds sterker op specifieke doelgroepen of zelfs individuen worden gericht. De tijd van ��n, relatief homogeen promotieplaatje (of promotiepraatje) is voorbij. Door de komst van MP3-spelers, televisie in mobiele telefoons, urban screens en internet kunnen individuen z�lf een beeld van een stad construeren. Dat stelt Ward Rennen, adviseur citymarketing bij Berenschot Communicatie, in zijn proefschrift over de impact van grote evenementen.

Rennen onderzocht op welke manier Europese steden die in de 20e eeuw grootschalige evenementen organiseerden aan hun profilering werkten. Daarbij keek hij vooral naar CityEvents (grootschalige evenementen in grote gaststeden) als de Olympische Spelen en de Europese Culturele Hoofdsteden. Rennen vindt dat het strategisch neerzetten van dergelijke evenementen keihard nodig blijft. Maar steden worden in toenemende mate uitgedaagd om zich zo specifiek mogelijk op individuele verwachtingen en associaties te richten. En op een zodanige manier dat de merknaam van een stad daardoor niet aan kracht inboet.

Volgens Rennen hebben CityEvents zonder massale media-aandacht nauwelijks kans van slagen. Steeds meer organisatoren kiezen voor het opzetten van eigen medianetwerken. Zo proberen zij de afhankelijkheid van onafhankelijke (kritische) media te verminderen en presenteren zij zich op een ogenschijnlijk journalistieke wijze.

Door de sterke opkomst van live berichtgeving groeien veel CityEvents al voordat zij voorbij zijn uit tot historische gebeurtenissen. De organisatie zet vaak in op het ontlokken van goede herinneringen. Want als dat lukt, kunnen steden, media en bedrijven ook na afloop van het CityEvent nog geruime tijd hun voordeel doen met die goede herinneringen.

In veel gaststeden betekent de komst van een CityEvent overigens een impuls voor de publieke stedelijke ruimtes. Omdat de programmering steeds specifieker wordt en steeds meer doelgroepen aan moet spreken, waaieren de activiteiten als het ware over de stad uit. De in het verleden vaak sterke concentratie op alleen het centrum verwatert. De schaalgrootte van CityEvents stelt steden in staat om zichzelf ook op plaatsen b�iten hun centrum als het ware opnieuw uit te vinden en stadsdelen met nieuwe activiteiten en betekenissen te laden. Daarbij vervult het internet een verbindende rol. Afzonderlijke, over de hele stad verspreide programmaonderdelen komen samen op de website van de organisatie van het evenement.

bron: UvA

Perceptions on quality of life in 75 cities: Groningen is the best..

groningen citymarketing brandaris

Er gaat niets boven Groningen.

Groningen was eind juli 2007 in het nieuws als stad met het prettigste leefklimaat. Het Urban Audit-onderzoek in opdracht van de Europese Commissie heeft het bevestigd. Dat wil zeggen: nergens anders zijn de inwoners zo tevreden over hun stad. Van 75 steden in Kroatië, Turkije en de 27 EU-landen zijn de Groningers het positiefst op de vraag of ze tevreden over hun stad. Ja, ik ben ‘zeer tevreden’ of ‘redelijk tevreden’, antwoordt 97 procent van de Groningse respondenten.

De stad wordt op de voet gevolgd door het Poolse Krakow en het Duitse Leipzig. Hekkensluiters zijn Napels, Istanbul en Athene. Amsterdam staat op plaats 30, Rotterdam op 53.

Groningers vinden ook het minst van alle ondervraagden dat ze last hebben van luchtvervuiling. De stad wordt gevolgd door het Poolse Bialystok en het Deense Aalborg; weer is Athene de hekkensluiter. Nergens anders dan in Groningen en het Belgische Luik is men tevredener over de gezondheidszorg. Ook op andere terreinen scoort Groningen opvallend hoog.

Ruim 95 procent voelt zich veilig, goed voor een vierde plaats na Aalborg, het Finse Oulu en het Spaanse Oviedo. Amsterdam volgt op de tiende plaats, ruim voor steden als Parijs (14), Antwerpen (41) en Londen (50).

Klik hier voor een link naar het EU onderzoek ‘Survey on perceptions on quality of life in 75 cities’ van juni 2007

Locatiemarketing en management van winkelgebieden

winkelcentrum locatiemarketing

De rol van winkelcentra verandert. Was een winkelgebied vroeger vooral een verzameling van individuele winkels met weinig samenhang en samenwerking, tegenwoordig wordt het winkelgebied steeds vaker gebruikt als communicatieplatform. Zo maakte Philips bekend winkelcentra op grote schaal te gaan inzetten voor onder meer promotie, sponsoring, merkbeleving en het organiseren van evenementen. Niet alleen merken en fabrikanten ontdekken de kracht van het winkelgebied, ook de aanwezige retailers benutten deze steeds vaker. Centrale marketing van het winkelgebied en, in het verlengde daarvan, locatiemanagement, zullen aan belang winnen. Retailers bundelen de krachten om de trekkracht van het gebied te vergroten. Centrale marketingmanagers zullen de rol van de traditionele winkeliersvereniging steeds meer overnemen en leggen de focus op de trekkracht van het totale winkelgebied. Locatiemanagement gaat nog een stap verder: bij verhuur of verkoop van een pand in het winkelgebied wordt dan rekening gehouden met de invloed van de potenti�le huurder/koper op het concept, de uitstraling en het onderscheidend vermogen van het totale gebied. De verantwoordelijkheid van de locatiemanager is het ondersteunen en optimaliseren van het collectieve winkelbeeld: marketing, positionering, sales, PR, faciliteiten, veiligheid, bereikbaarheid, parkeergelegenheid, etcetera.

Bovengenoemde ontwikkelingen zullen allereerst in themacentra en duidelijk gepositioneerde winkelcentra tot bloei komen, maar meer en meer ook in de ‘traditionele’ winkelstraat. De binnenstad moet immers een vuist maken om de teruglopende bezoekers aantallen een halt toe te roepen.

bron: RMC

Citymarketing Eindhoven, leading in technology

Eindhoven technology vestigingsklimaat citymarketing

De gemeente Eindhoven gaat de komende jaren stevig inzetten op een sterker economisch imago. De aandacht gaat voornamelijk uit naar regionale en (inter)nationale dienstverlening, promotie en acquisitie. Hiervoor is een miljoen euro gereserveerd uit eigen middelen.

Eindhoven wil verder bouwen aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen door verbeterde dienstverlening, zoals transparante regelgeving, vereenvoudigde vergunningaanvragen, werving van internationaal arbeidspotentieel en de één-loket functie.

Door meer aandacht te vragen voor het vestigingsklimaat van Eindhoven via promotie en acquisitie bereikt Eindhoven niet alleen een versterking van het economisch imago, maar ook een sterkere positionering van de stad als het brandpunt van Brainport met de daarbij behorende dynamiek, allure en ruimte voor ondernemen. Eindhoven beweegt zich van stedelijk/regionaal niveau (o.a. via bedrijvenloket, accountmanagement, digipanel en MKB Raad) naar nationaal (Provada, Flevum) en internationaal (Mipin, Expo Real, Eurocities Economic Forum, handelmissies en WorldExpo 2010) niveau.

De aandacht voor de economische ontwikkeling past binnen de gemeentebrede citymarketing aanpak met ‘Technologie’ als verticale boodschap en ‘Licht’, ‘Design’ en ‘Sport’ als thema’s.