Aan een titel heeft een stad zeker wat

 

s-hertogenbosch meest gastvrije stad brandaris placemarketing citymarketingDen Bosch is recentelijk gekroond tot sportstad maar ook tot meest gastvrije stad van het jaar.Wat schieten steden op met al die titels?
Nou, onderschat het niet.
Na twee nominaties heeft Den Bosch de prijs sportgemeente van het jaar 2010 binnen. De prijs werd uitgereikt tijdens het congres van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in Enschede. Den Bosch dankt de prijs onder meer aan een uitgebreid programma voor sportstimulering.
Liefst 68 procent van de volwassenen doet aan sport. Dit is 11 procent meer dan het landelijk gemiddelde. “Aan een titel heeft een stad zeker wat” verder lezen

Citymarketing: wonen als belangrijkste kwaliteit van de stad

De Aantrekkelijke StadWerken volgt wonen. In steden waar mensen graag willen wonen neemt ook de werkgelegenheid toe. Aan de aantrekkelijkste woonsteden van Nederland gaat niet alleen de bevolkingskrimp voorbij, ze doen het ook economisch beter. Uiteindelijk maakt een gunstige ligging in combinatie met goede stedelijke voorzieningen een stad aantrekkelijk.

Wat maakt een stad tot een aantrekkelijke stad? Het boek De Aantrekkelijke Stad van Gerard Marlet geeft antwoord.

Steden in de Randstad doen het beter dan steden in de periferie van Nederland. Met de Noordvleugel van die Randstad gaat het weer beduidend beter dan met de Zuidvleugel. En in de grensregio’s doen steden als Groningen en Maastricht het opvallend veel beter dan Emmen en Heerlen.  De vraag is hoe dat komt. “Citymarketing: wonen als belangrijkste kwaliteit van de stad” verder lezen

Placemarketing & Placebranding

Van wikipedia komt de volgende omschrijving:

Place branding (also known as destination branding, place marketing or place promotion) is a relatively new umbrella term encompassing nation branding, region branding and city branding.

The term was first used in 2002 by Simon Anholt [1], although there are earlier references to ‘place marketing,’ in the work of, inter alia, Philip Kotler, [2] Gold and Ward [3], Avraham and Ketter [4] Seppo Rainisto [5], and others.

The term “place branding” could refer to a city, country or a tourist destination, and to their competition for tourists, visitors, investors, residents and other resources. Place branding is based on a strategic approach to public relations, stating that a change of image is an ongoing, holistic, interactive and wide-scale process, requiring much more than a quick change of logo or slogan [6] [7]. “Placemarketing & Placebranding” verder lezen

Citymarketing: Het verhaal van de Stad

Tilburg citymarketingRuud Vreeman is burgemeester, eerst in Zaanstad en nu Tilburg. In zijn oratie als buitengewoon lector aan de Bestuursacademie van Fontys legt hij het verband tussen citymarketing en het verhaal van de stad.

Wil een stad weerbaar zijn voor de toekomst en zich vitaal ontwikkelen, dan moet wel geïnvesteerd worden in innovatieve ontwikkelingen. Die moeten passen bij het DNA. Dat gaat veel verder dan zorgen dat de stad van nu “op orde” is, dat de “basics” kloppen. Innovatie en werken aan een vitale toekomst lukt niet zonder rekening te houden met de verhalen van de stad. Een leuze of motto helpt dan niet zoveel. Het gaat om het begrijpen van het verhaal en het door te vertellen. Dat geldt voor Zaanstad, dat geldt voor Tilburg, dat geldt feitelijk voor iedere industriestad met een transformatievraagstuk. “Citymarketing: Het verhaal van de Stad” verder lezen

Volkskrant Magazine:Citymarketing is meer dan een slagzin

Leidsche Rijn locatiemarketing

Blob heet hij, het sponzige figuurtje in een computerspel dat zich afspeelt in het toekomstige gerenoveerde Utrechtse stationsgebied. Hij zuigt verf op uit de grachten en rollend door de stad kleurt hij allerlei panden vrolijk roze, blauw en groen. Het verven van prestigieuze nieuwbouwprojecten als het Muziekpaleis en de OV-terminal levert de gamer extra bonuspunten op. Een vijand is er vanzelfsprekend ook: de I.N.K.T-politie, die erop uit is om Blob zwart te maken en alle kleur uit de omgeving te verbannen. Pas als die verslagen is, kan het sponsmannetje verder met zijn nobele taak.

Blob is niet zomaar een stripfiguurtje, Blob is een citymarketinginstrument. Hij is in opdracht van de gemeente bedacht door studenten van de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten, die daarvoor een eigen lokaal met computers tot hun beschikking kregen. Het nieuwe stationsgebied – nu nog een bouwput waar de gemiddelde Utrechter vloekend omheen fietst – moet gaan leven in de stad. Een computerspel dat de gamer urenlang in zijn greep houdt en omstreden gebouwen fraai in beeld brengt, kan daarbij helpen, moet de gedachte zijn geweest.

Een uitstekende gedachte, vindt Ward Rennen, adviseur citymarketing bij Berenschot Communicatie. De tijd is voorbij dat een leuke slogan en een pakkend promotiepraatje volstonden om van een stad een sterk merk te maken. Websites, games, urban screens, televisie in mobiele telefoons: de hele rits aan moderne communicatiemiddelen dient te worden ingezet om verschillende doelgroepen van de boodschap te doordringen.

Rennen promoveerde eind september op de impact van evenementen op het imago van grote steden. Waarom hebben de Olympische Spelen veel meer voor Barcelona (1992) betekend dan voor Athene (2005)? Waaraan ligt het dat Helsinki (2000) de status van Culturele Hoofdstad van Europa veel beter heeft uitgebuit dan Amsterdam (1987)? Hoe doe je dat eigenlijk, een stad goed verkopen? Aan de Universiteit van Amsterdam hield hij zich er jarenlang mee bezig.

Rennen: ‘Citymarketing is big business geworden, zeker in Nederland. In Europa is het alleen in Engeland groter. Den Haag spendeert 8 miljoen euro per jaar om zich als internationale stad van ‘recht, vrede en veiligheid’ te profileren. Amsterdam brengt samen met het bedrijfsleven 2 miljoen euro op voor het imago van de stad. Maar ook kleinere gemeentes als Katwijk en Noordwijkerhout ontwikkelen campagnes om zich beter op de kaart te zetten.’

En als er geld kan worden verdiend aan productpromotie, zijn reclame- en marketingmensen er als de kippen bij. Reclamebureau Slagbijalmelo maakt net zo makkelijk reclame voor Encebe Vleeswaren als voor Twente, wat resulteerde in een tv-commercial met een mevrouw die dromerig de hals van een wit paard streelt in een landelijke setting van grazige weiden. ‘Twente jezelf’ luidt de slagzin die hoger opgeleide Randstedelingen naar de regio moet lokken, waarbij Twente dient te worden opgevat als een werkwoord dat zoveel als ‘verwennen’ betekent. De merkendeskundigen van de Positioneringsgroep werken zowel voor Sanex en Campina als voor de gemeenten Dordrecht en Tilburg. En Dick de Jong van locatiemarketingbureau Brandaris (Gouda, Utrecht, Leidsche Rijn) leerde het vak bij Unilever, waar hij Ola-ijs en diepvriesmaaltijden aan de man bracht. De Jong: ‘Als je ijs kunt verkopen, kun je ook een Vinex-wijk verkopen. Het gaat om het opbouwen van een merk.’

De Jong was erbij toen Pretpark Nederland in premiere ging, de film van Michiel van Erp waarin een hilarisch beeld wordt geschetst van het beroep van citymarketeer. ‘Zoom in op Zutphen’ was de kreet die de dynamische stadspromotor Wilco de Jong – zijn bureau MarketingMoments doet ook Leeuwarden en de Veluwe – voortdurend voor het voetlicht bracht. Een evenement bedacht hij ook: een chocoladefestival. Niet per se typerend voor Zutphen, maar de plaatselijke middenstand wist er wel raad mee. In de scene waarin de burgemeester voorzichtig een andere leus oppert – ‘Zutphen. Ideaal voor fijnproevers’ – knikt hij quasi-welwillend, om vervolgens hardnekkig zijn eigen slogan te herhalen.
Met ‘plaatsvervangende schaamte’ zag collega Dick de Jong van Brandaris het aan. ‘Hij verstaat zijn vak, maar het komt allemaal zo kneuterig over.’

Ook Ward Rennen meent dat die film het vak een verkeerd imago heeft bezorgd. ‘Redelijk pijnlijk’, vond hij het. ‘Het grote publiek denkt nu dat het bij citymarketing draait om slogans. Maar dat is juist het laatste wat je moet bedenken. Het gaat om de inhoud, om wat je te bieden hebt als stad.’

Er staan grote belangen op het spel, zegt Rennen. Het toerisme bevorderen is één ding, maar een goed imago bindt vooral ook grote bedrijven en kapitaalkrachtige bewoners aan een stad. Citymarketing bestaat al sinds de 19e eeuw, maar het is nog nooit zo belangrijk geweest als nu om de concurrentiepositie van je stad te bewaken. Door de globalisering kunnen bedrijven zich overal ter wereld vestigen. Ze strijken net zo makkelijk neer in Tokio of Frankfurt als in Nederland. Het is niet voor niets dat steden zich het vuur uit de sloffen lopen om de hoofdkantoren van MTV, Mexx of AkzoNobel binnen te halen. Zulke bedrijven trekken jonge, creatieve en met name koopkrachtige werknemers aan. Zonder die bevolkingsgroepen raakt een stad financieel en cultureel in het slop. Voorzieningen verdwijnen, er ontstaan probleemwijken. En zie dat nog maar eens recht te trekken.

Helemaal mee eens, zeggen ze in Venlo, waar wethouder Peter Frey en projectleider Bareld Rebbers serieus werk maken van de marketing van de stad. Over ‘de inhoudelijkheid van het concept’ willen ze niet teveel kwijt, want de plannen moeten nog naar de gemeenteraad en draagvlak is nu eenmaal een precair ding. Maar één ding is duidelijk: met het product Venlo zit het wel snor. Groenste stad van Nederland (2002) en Europa (2003). Een binnenkort geheel vernieuwd stadshart. De unieke ligging aan de Maas. Logistieke hot spot van de regio. Een florerende economie, volop winkel- en leisureactiviteiten en grote bedrijven als Océ en ScheutenSolar die om vers, hoogopgeleid personeel staan te springen.

Rebbels: ‘Voor veel mensen van boven de rivieren is Venlo de stad waar je langs rijdt als je gaat skiën. We hebben niet zo zeer een slecht imago, we hebben geen imago.’ De associatie met verloedering door Duitse junks wijst hij van de hand: dat probleem is overwonnen, de voormalige drugswijk is nu een broedplaats van cultuur. Stralend: ‘Van eng spannend is die buurt léuk spannend geworden.’

Op alle fronten aantrekkelijk dus, Venlo, alleen moet dat nog worden gecommuniceerd. Frey: ;’We hebben niet een duur extern bureau ingehuurd met de opdracht: verzin eens een leuke imagocampagne. Die komen dan met een slogan en een beeldmerk en daarna zijn ze weer vertrokken. We willen draagvlak van onderuit.’ Vandaar dat hij een stuurgroep op de been bracht van 18 prominente Venlonaren – mensen uit het bedrijfsleven, het onderwijs, lokale organisaties – die allemaal trots zijn op hun woonplaats. Er werd flink gebrainstormd over de positionering van de stad. Green innovation kwam voorbij – Venlo ligt in een vooruitstrevend agrarisch gebied – maar dat werd te kil, te technisch bevonden. Frey: ‘Het gaat om mensen, warmte, gevoel.’ Venlo, de Duitste stad van Nederland – ook niet goed, want veel te cryptisch. Maar bij het voorlopig credo ‘samen omarmen we de toekomst’ dacht Frey: ha, nú hebben we beet. ‘Daar zit alles in. Het gaat om de toekomst. En we moeten er samen aan werken om dat op een warme manier waar te maken.’

Belangrijk voor de toekomst van Venlo is de Floriade, het gigantische land-en tuinbouwevenement dat in 2012 een stroom van internationale bezoekers naar de stad zal trekken. Voor die tijd moet alles rond zijn: niet alleen de klinkende citymarketingcampagne, maar ook de hele stadsvernieuwing, een architectonisch spectaculair gebouw over de A67 – Frey: ‘Hier moet letterlijk de toegangspoort tot Nederland verrijzen’ – het liefst ook nog een nieuw museum en een bedrijvenpark dat qua duurzaamheid vooroploopt in Europa. In 2012 zullen de ogen van de halve wereld op Venlo gericht zijn – de stad wil het dan wel waar kunnen maken.

Evenementen, zegt citymarketeer Dick de Jong, zijn van onschatbare waarde voor het imago van een stad. Zelf stond hij aan de wieg van ‘750 jaar Domkerk’, in 2004 groots herdacht om Utrecht een impuls te geven. ‘We werkten aan de ‘Je vindt het pas echt in Utrecht-campagne’ toen het jubileum van de Domkerk eraan bleek te komen. Dáár moeten we iets mee doen, dachten we toen. De Dom is hét symbool van Utrecht.’ Het in 1674 door een storm weggeslagen middenschip van de kerk werd met steigers herbouwd. Eromheen werden tentoonstellingen en een grote theaterproductie georganiseerd. De Jong: Balkenende is zelfs komen kijken” – en met hem 70.000 andere belangstellenden. Utrecht heeft een meerjarige evenementenagenda. Nu werkt de stad er hard aan om de start van de Tour de France binnen te halen – net als Rotterdam, overigens.

Bron: Evelien van Veen, Volkskrant Magazine

Citymarketing niet meer weg te denken

I Amsterdam citymarketing brandaris

Steeds meer Nederlandse steden doen aan citymarketing. Ze bedenken een hip imago voor zichzelf, verzinnen een pakkende slogan en prijzen zich daarmee via marketingcampagnes aan. Zo hopen ze toeristen en bedrijven te trekken.

In Europa is citymarketing alleen in Engeland groter, zegt Ward Rennen, die in september promoveert met een onderzoek naar de manier waarop steden zich promoten. ,,Het is absoluut booming in Nederland.”
De grote steden doen er al enkele jaren aan. Zo trekt Den Haag dit jaar 8 miljoen euro uit om zich neer te zetten als ‘Internationale stad, stad van recht, vrede en veiligheid’.
Amsterdam en het bedrijfsleven in die gemeente betalen in 2007 gezamenlijk 2 miljoen euro om de hoofdstad te presenteren als een creatieve zakenstad. Het motto daarbij is ‘I AMsterdam’.
Nieuw is echter dat ook veel kleinere gemeenten aan citymarketing doen. Zo zijn plaatsen als Katwijk en Noordwijkerhout momenteel bezig met het ontwikkelen van een eigen campagne, vertelt Rennen. ,,Het begint omlaag te sijpelen.”

Vergrijzing
De redenen daarvoor zijn legio. Vluchten worden steeds goedkoper, waardoor toeristen niet meer vanzelfsprekend naar Nederland komen, maar de hele wereld over vliegen. Door de vergrijzing zijn er steeds meer rijke gepensioneerden. Stadsbesturen willen graag dat die in hun plaats geld komen uitgeven.
Verder zaten dienstverlenende bedrijven lange tijd in West-Europa, maar vestigen ze zich sinds de val van de Berlijnse Muur net zo gemakkelijk in het oosten van het continent. ,,Dat alles speelt al tien jaar, maar men wordt zich er pas de laatste vijf jaar bewust van”, aldus Rennen.

Imago
Hoe groter de concurrentie, hoe belangrijk het is om op te vallen. Een goed imago is daarbij essentieel. ,,Als mensen bijvoorbeeld een stedentrip plannen, verdiepen ze zich niet in veel verschillende steden. Ze beslissen op basis van vooroordelen”, legt Rennen uit. Wat dat betreft lijken steden op sportschoenen of chocoladerepen. ,,Als je lucht goed bakt, levert dat keiharde euro’s op.”
Een vlot imago en een goed klinkende leus zijn echter niet genoeg, vertelt Dick de Jong van citymarketingbureau Brandaris. ,,Het is meer dan alleen promotie. Je moet ook naar het product kijken.” Want sportschoenen kunnen wel hip zijn, maar moeten ook lekker zitten. Datzelfde geldt voor steden. ,,Plaatsen die goed aan citymarketing willen doen, moeten bijvoorbeeld ook het stadscentrum onder handen nemen.”

Eindhoven
Daarbij is het belangrijk dat de beeldvorming overeenkomt met wat een bestemming te bieden heeft. Zo is De Jong zeer te spreken over Eindhoven, dat zich presenteert als ‘Leading in technology’. De stad heeft niet alleen Philips, maar ook tal van andere technologische bedrijven. De Jong: ,,Het is een heel geloofwaardige boodschap, die je kunt bewijzen.”
Want als een imago niet is gebaseerd op de werkelijkheid, valt een stad binnen de kortste keren door de mand. Dan raken toeristen en bedrijven teleurgesteld en komen ze nooit meer terug. Zo presenteerde het Oostenrijkse Innsbruck zich een tijd als ‘Innsbruck Worldcity’. Rennen: ,,Het is een hele mooie stad, maar geen worldcity. Dat werkt op de lachspieren.”

Bron: De Stentor/ANP

Citymarketing slogans: de bumperkreet als lokkertje

Dag citymarketing merkator?

Rij een rondje door Nederland en je komt ze bij elke gemeentegrens tegen:de wervende borden die je welkom heten in stad zus of dorp zo.Maar steeds meer plaatsen nemen ook daar al geen genoegen meer mee.’De glimlach van Overijssel’ of ‘Dynamische gemeente in het groen’, daarmee imponeer je pas je bezoekers. Eigenlijk klinkt zo’n slogan meestal flink knullig. Maar voor de gemeentes is citymarketing (zoals deze borstklopperij met een al even opgepoetste term heet) een bloedserieuze aangelegenheid. Welke stad wil er nou niet concurreren met metropolen als Amsterdam(‘I AMsterdam’) of, beter nog, Barcelona? “Citymarketing slogans: de bumperkreet als lokkertje” verder lezen