De gemeente Utrecht en Rabobank hebben een overeenkomst ondertekend over de financiering van het Utrechtse Muziekpaleis. De financiering zal plaatsvinden door uitgifte van cultuurobligaties. Rabobank start op 21 april met de verkoop van deze cultuurobligaties. De bank verwacht met de eerste tranche van de Rabo Cultuur Obligatie in totaal een bedrag van € 175 miljoen op te halen. Een deel daarvan wordt gebruikt voor de financiering van het Muziekpaleis.
Door uitgifte van cultuurobligaties trekt de Rabobank via de door haar opgerichte Rabo Cultuur Bank geld aan van particulieren en verstrekt cultuurfinancieringen aan Nederlandse culturele projecten. Het Utrechtse Muziekpaleis, dat in 2013 klaar moet zijn, is het eerste project dat door de Cultuurbank wordt gefinancierd.
Voor beleggers hebben cultuurobligaties door fiscale voordelen een relatief aantrekkelijk rendement. Voor overheden, stichtingen en instellingen is de cultuurfinanciering een interessante mogelijkheid om culturele projecten te financieren. De financiering binnen deze regeling levert namelijk een aantrekkelijke rentekorting op. Het gaat daarbij om projecten die vallen onder de Regeling Cultuurprojecten 2004. Dat zijn projecten die in het belang zijn van de Nederlandse podiumkunsten of de Nederlandse musea. Via de lokale Rabobanken zal de Rabo Cultuur Bank zich vooral gaan richten op lokale culturele projecten. Daarbij moet worden gedacht aan theaters, schouwburgen, musea, poppodia en dergelijke.
Rien Nagel, directeur Rabobank Utrecht: ‘De Rabobank speelt in Utrecht op veel terreinen een rol die veel verder gaat dan alleen puur bancair en zakelijk. Dit project is een voorbeeld waarbij landelijke en lokale overheid en de Rabobank samenwerken op een manier die de belangen van de burgers in verschillende hoedanigheden dient. De financiering van het nieuwe Utrechtse Muziekpaleis door de uitgifte van obligaties is voor de obligatiehouders niet alleen interessant vanwege het rendement, maar ook vanwege het aansprekende karakter van dit grote culturele project en de betrokkenheid met de stad Utrecht.’
Ruud Nijs, directeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Rabobank Nederland: ‘Grote en kleine maatschappelijke initiatieven op het gebied van cultuur zijn op zoek naar geld. Particulieren die cultureel betrokken zijn investeren graag in herkenbare en aansprekende cultuurprojecten. Als het kan in hun omgeving. Lange tijd gebeurde dat in de vorm van schenkingen, maar tegenwoordig ook steeds meer door te beleggen. De Rabobank is goed geworteld in de lokale samenleving en kan die vorm van betrokkenheid van nature invullen.’
Hoofdsom gegarandeerde obligatie
Inleg en rente van de cultuurobligatie worden volledig gegarandeerd door de Rabo Cultuur Bank. De belegger weet daarmee zeker dat de rente op een vaste datum automatisch wordt bijgeschreven en dat aan het einde van de looptijd de gehele inleg wordt uitgekeerd.
De looptijd van de cultuurobligatie is drie jaar. Beleggers ontvangen een jaarlijkse rente (de coupon) van 0,5%. Beleggers in deze cultuurobligaties profiteren bovendien van een vrijstelling van 1,2% in box 3 voor vermogensrendementsheffing over maximaal € 55.145 (bedrag voor 2009 per belastingplichtige, voor partners geldt een dubbele vrijstelling). Daarnaast ontvangen beleggers een heffingskorting in box 1 van 1,3% over de gemiddelde waarde van deze beleggingen die in box 3 is vrijgesteld. Ten behoeve van deze vrijstelling dienen de directe beleggingen in durfkapitaal, de indirecte beleggingen in durfkapitaal en de culturele beleggingen bij elkaar te worden opgeteld. De fiscale vrijstelling van € 55.145 voor cultureel beleggen geldt naast de vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen (o.a. groene beleggingen zoals de Rabo Groen Obligaties).
Zie verder op www.rabobank.nl/cultuurobligaties